banier
lijntje
lijntje
back
Ancistrocerus parietum, een muurwesp
De muurwespen, geslacht Ancistrocerus, lijken sterk op elkaar. De basiskleur is zwart. Daarop vinden we gele strepen en streepjes. De wesp heeft een duidelijk steeltje en het daarop volgende segment is ook duidelijk ingesnoerd, maar wel breder dan het steeltje. Dan volgen enkele opgezwollen segmenten en de wesp wordt weer heel smal naar het uiteinde toe. De vorm verschilt dus enorm van die van de papierwespen. Opvallend is de haakvorm aan het einde van de antennes bij de mannetjes. Het diertje op de foto's hiernaast behoort tot de A. parietum-groep, maar of het zelf ook daadwerkelijk Ancistrocerus parietum is, zullen we nooit weten. Er zijn namelijk een aantal soorten die er zo op lijken, dat je ze op het blote oog niet uit elkaar kunt houden. Vandaar dat men spreekt van de A. parietum-groep. Daartoe behoren behalve Ancistrocerus parietum ook nog A. gazella en A. quadratus. Lengte van het vrouwtje: 10 tot 13mm, mannetje: 8 - 11mm.

Na de overwintering komt het vrouwtje in april tevoorschijn en gaat op zoek naar een goede nestelgelegenheid. Dat is een holle rietstengel of een oude kevergang in hout. Maar ook door de mens gemaakte gaten, zoals boorgaten in hout, worden geaccepteerd. In grotere gangen worden ook grotere nesten gemaakt, waaruit vrouwtjes tevoorschijn komen. Nauwere gangen met kleinere cellen leveren mannetjes op. Meestal worden in een gang twee cellen gemaakt. In een cel worden 2 tot 4 rupsjes van nachtvlinders gestopt. Daarbovenop wordt dan het eitje gelegd.De cel wordt door een fijne leemachtige mortel afgesloten. Na het uitkomen gaat de ontwikkeling van de larve heel erg vlug. Deze muurwesp kent dan ook twee generaties per jaar. De vliegtijd van Ancistrocerus parietum is daarom extreem lang: van half april tot begin oktober. Al dat gedoe trekt natuurlijk luie gasten aan. In dit geval de schitterende en ook veel in onze tuin voorkomewnde gewone goudwesp. Als de muurwesp bezig is om haar nestje dicht te metselen, legt de goudwesp stiekem haar eitje in het nest. De goudwesplarve komt iets eerder uit en vreet subiet het eitje van de muurwesp op, alvorens aan de rupsjes te beginnen.

Ancistrocerus parietum is in de Benelux een gewone soort die overal voorkomt. Veel gezien in tuinen vanwege het zoeken naar nestmogelijkheden in muren, schuttingen, palen enzovoorts.

De muurwespen werden vroeger tot de leemwespen gerekend. Vandaar dat Ancistrocerus parietum ook wel een leemwesp wordt genoemd. Overigens spreekt men bij de leden van het Ancistrocerus-geslacht ook wel over metselwespen.