banier
lijntje
lijntje
back
Groene Knopbladroller Hedya nubiferana

Zeer lastig te determineren bladrollertje. Lijkt erg veel op andere Hedya-soorten. Vergeleken met Hedya ochroleucana, die ook op deze site staat, is de groene knopbladroller minder roodbruinig, maar is het donkere gedeelte eerder wat blauwgrijzig. Het wit is bij deze soort echt wit en bij Hedya ochroleucana is het wit meer roomkleurig. Helaas is er nog een veel voorkomende soort: Hedya pruniana. Deze lijkt ook veel op de twee al genoemde soorten, maar heeft meestal een opvallend donkere plek in de spits van de voorvleugels. En tot overmaat van ramp zijn er nog een paar andere soorten die er sterk op lijken. Zelfs voor deskundigen zijn dit niet de gemakkelijkste soorten om uit elkaar te houden. Ook de grootte zegt niet veel, want de kleinste exemplaren beginnen bij zo'n 15 mm. De grootste Hedya nubiferana bereiken een spanwijdte van zo'n 22mm.

De eitjes worden afzonderlijk of in kleine groepjes gelegd op de onderzijde van een blad. Na het leggen komen de eitjes snel uit, meestal binnen 14 dagen, maar soms al na een week. De eerste week is de rups een geelbruinig beestje, dat zeer kaal oogt en zelfs een beetje transparant. Daarna wordt hij glazig donkergroen. Heeft zwarte of bruine vlekjes over het lichaam en een donker, zadelvormige vlek op het segment net na de kop. Lastig van de rupsen van veel andere bladrollertjes te onderscheiden. We vinden de rupsen vanaf juni tot in het najaar. Voor zulke kleine vlindertjes zijn de rupsen best fors, want volgroeide exemplaren hebben een lengte van wel 18 tot 25 mm. Jonge rupsjes met een lengte tot zo'n 7 mm overwinteren in een klein spinseltjes in de vork van boomtakken of in de bast van de boom. In het vroege voorjaar komen zij uit hun schuilplaats en kruipen net opengaande bladknoppen binnen, waar ze een aantal bladeren met spinsel vastzetten. Later in het jaar kunnen ze ook knabbelen aan bijna volgroeid fruit. De schade is gering, maar het fruit wordt wel erg gevoelig voor schimmels en andere ziekten. Kan een plaag zijn in perenbomen, appelbomen en pruimenbomen, maar is lastig te bestrijden, omdat de larve ook houdt van de in het wild voorkomende lijsterbes en meidoorn.

De groene knopbladroller vliegt van midden mei tot begin september, vanaf zonsondergang. Komt gemakkelijk op licht af. Rust overdag boven op blaadjes van bomen en struiken. In Nederland de meest voorkomende Hedya-soort, die in het gehele land te vinden is.

Staat wetenschappelijk ook bekend onder de naam Hedya dimidioalba.