banier
lijntje
lijntje
back
Bruine Snuituil Hypena proboscidalis

De bruine snuituil is één van de vele snuituilen. En snuituilen zijn rare snuiters, want ze zijn klein en zien er niet uit als een uiltje. De snuit lijkt eerder op een grasmot te wijzen en de brede vleugels -die naast elkaar worden gehouden- wijzen eerder op een spanner. De meeste snuituilen lijken zeer sterk op elkaar. Het gemakkelijkst zijn de soorten uit elkaar te houden door te kijken naar de vorm en plaats van de dwarsstreepjes op de vleugels. Over het algemeen zijn er drie duidelijke tamelijk dunne dwarslijntjes. Bij de bruine snuituil zijn meestal maar twee lijntjes zichtbaar. De onderste heeft aan de bovenkant een donker veld. Het onderste lijntje kan net zichtbaar zijn, maar bestaat meestal alleen maar uit wat vage streepjes en vlekjes, of is onzichtbaar. Van alle snuituilen heeft de bruine snuituil de langste snuit, die opvallend gekruld is. De grondkleur is vuilbruin tot grijzig bruin. De vleugels eindigen duidelijk in een naar buiten wijzend puntje. Al deze kenmerken maken de bruine snuituil tamelijk onmiskenbaar. De spanwijdte is 38 tot 43mm bij de eerste generatie. De tweede generatie is niet alleen veel donkerder, maar met een spanwijdte van 33 tot 39mm ook veel kleiner.

De tweede generatie vlinders zet eitjes af van augustus tot oktober. De rupsen overwinteren tussen omgekrulde blaadjes en worden vroeg in het voorjaar actief. Ze verpoppen eind april of begin mei en leveren vaak al binnen drie weken de eerste vlindergeneratie. De poppen hangen vrij tussen de blaadjes van de voedselplant. De rups is groen, lang en slank. Er is een vage rugstreep. Opvallender is de grote witte band over de zeer kleine en zwarte spiracula. Ook de gele bandjes tussen de segmenten zijn tamelijk opvallend. De kop is groen met zwarte stippen. De rupsen bereiken een lengte van zo'n 22 tot 26mm. Er is slechts één voedselplant bekend: brandnetel.

De bruine snuituil heeft omdat hij in twee generaties vliegt een lange vliegtijd: van begin mei tot eind september. Overigens piekt deze soort in juni en augustus. De bruine snuituil vliegt alleen 's nachts, maar begint al wel vroeg in de avondschemering te vliegen. Bezoekt graag bloemen in de tuin. Komt ook af op licht en smeer. Overdag gemakkelijk op te jagen vanuit tamelijk dichte lagere vegetatie of de waardplant. Voor fotografen een lastig beestje, al gedraagt het ene exemplaar zicht rustiger dan het andere. Zowel in Nederland als België een heel gewone soort, die overal voorkomt waar brandnetels groeien.