banier
lijntje
lijntje
back
Eekhoorn Stauropus fagi

De eekhoorn is een tamelijk opvallende vlinder, omdat vaak de achtervleugels aan de onder- en zijkanten van de voorvleugels uitsteken. Hierdoor lijkt het dier niet alleen groot, maar ook erg breed. Overigens is de spanwijdte behoorlijk variabel: ergens tussen 55 en 70 mm. De basiskleur is wat variabel en verschilt per dier van olijfgroen via lichtbruin tot grijs. Net als bij de andere tandspinners worden in rust de voorpootjes vooruit gestoken. De vliegtijd is van eind april tot half juli. De mannetjes komen graag op licht af, de vrouwtjes krijg je maar zelden te zien. De rups van de eekhoorn ziet er krankzinnig uit, met twee draadjes aan het sterk opgezwollen achterlijf. Als het dier zich bedreigd voelt, wordt het achterlijf over de rest van het lichaam geklapt. Ook de kop wordt dan omhooggehouden. En dan worden ook de zeer lange voorpoten goed zichtbaar, vandaar de naam "eekhoorn". Omdat hij er zo bizar uitziet, is er veel mee gekweekt en dus ook veel over bekend. Zijn er teveel dieren in een terrarium, dan eten ze elkaar op. Verder is het een van de weinige rupsen die gek is op water. Helaas hebben we van die rups nog geen foto's. Die rupsen vind je op allerlei loofbomen, zoals hazelaar, eik en berk, maar vooral op beuk. In Nederland een lokale soort die vooral wordt gevonden in de bossen in de kuststreek van Noord-Holland, Gelderland (Veluwe en delen van de Achterhoek), Drente en Overijssel (vooral Twente). Deze soort is merkwaardigerwijze tamelijk zeldzaam in Brabant en Limburg.